Een speler staat buitenspel als de speler zich dichter bij de achterlijn van de tegenstander bevindt dan de bal en de voorlaatste tegenstander. Dit geldt niet als de speler op het halve veld staat. De laatste twee tegenstanders kunnen een veldspeler, een keeper en twee veldspelers zijn.
Wat is buitenspel bij voetbal?
De laatste twee verdedigers zijn ofwel een verdediger en een keeper of twee reguliere verdedigers. Een speler staat niet in buitenspelpositie als hij gelijk staat met de voorlaatste verdediger (of beide verdedigers tegelijk).
Een buitenspelpositie is niet illegaal. Een fout is alleen mogelijk als een teamgenoot de bal naar de speler speelt terwijl de speler buitenspel staat. Een speler wordt alleen bestraft voor buitenspel als hij, naar de mening van de scheidsrechter, actief bij het spel betrokken was toen een teamgenoot de bal op doel schoot of als een speler de bal krijgt aangespeeld als hij in een buitenspelpositie verkeerd.
Een speler wordt alleen als buitenspel beschouwd als een teamgenoot de bal passeert. Als na het speelmoment een speler achter de voorlaatste man van de tegenstander gaat staan, is er geen sprake van buitenspel. Een speler kan niet buitenspel staan bij de volgende omstandigheden:
- Doeltrap
- Inworpen
- Hoekschoppen
Als een speler een straf krijgt in buitenspelpositie, wordt dit buitenspel genoemd. Buitenspel is een overtreding en resulteert in een indirecte vrije schop voor de tegenpartij.
Als zowel de speler die de bal ontvangt als de speler die de bal trapt zich achter de voorlaatste verdediger (exclusief de keeper) bevinden, is er geen buitenspel. De aanvallende speler moet zich achter de schietende speler bevinden op het moment van de pass.
De buitenspelval
Rond de jaren 1920 werd voor het eerst de buitenspelval geïntroduceerd in Nederland, door een man genaamd Hans Tetzner. De buitenspelval is een tactiek waarbij alle verdedigers een aantal stappen naar voren zet waardoor de voorste speler van de tegenstander buitenspel komt te staan. Dit is een tactiek de nog steeds in het alledaags voetbal te zien is.
Geschiedenis van de buitenspelregel
In het begin had vrijwel iedere school zijn eigen regels, dit geldt ook voor de buitenspelregel. In 1848 werd er in Cambridge de regels voor buitenspel op papier gezet, samen met een aantal andere regels. In de eerste regels van de Engelse voetbalbond in 1863 stond iedereen buitenspel die voor bal stond. Dit is erg vergelijkbaar met de regel van rugby, dat je alleen naar spelers naast je en achter je mag passen.
In 1866 werd deze buitenspelregel gewijzigd om in overeenstemming te zijn met de Cambridge-regel. In 1924 werd het begrip passief buitenspel geïntroduceerd. In 1925 werd deze regel gewijzigd, waardoor het aantal gescoorde doelpunten aanzienlijk toenam.
In 1990 werden de regels weer gewijzigd zodat een aanvaller niet langer buitenspel staat als hij in een rij staat met zijn voorlaatste tegenstander. Hij moet er dus echt voorbij zijn om overtreding te maken.
